Ligt zij daar
mijn dochtertje
dood
Onvoltooid
nog amper mens geweest
dood
Zeventig centimeter diep
waarom geen drieënzestig
dood
Ik voel geen binding
met twintig jaar grafrecht
voor ruim achthonderd gulden
dood
Er staat een bosaardbeitje
goudsbloemen bloeien in de herfst
een hele kleine troost
dood
De enige troost
is mijn eigen
dood
Grote Dromer